Vanaf 1 januari 2016 houdt de VAR waarschijnlijk op met bestaan. Een wetsvoorstel, dat door de Tweede Kamer goedgekeurd is, ligt nu ter behandeling bij de Eerste Kamer. De Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) werd in 2005 ingevoerd om duidelijkheid te verschaffen over de arbeidsrelatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Met behulp van de VAR, die afgegeven wordt door de Belastingdienst, krijgt een opdrachtgever zekerheid of hij al dan niet loonheffing op de beloning van de opdrachtnemer in moet houden.
Voorbeeldovereenkomst
Als de VAR daadwerkelijk wordt afgeschaft, dan zal een opdrachtgever op een andere manier zekerheid moeten krijgen of hij loonheffingen moet inhouden en betalen. Hiertoe gaat de Belastingdienst medio oktober voorbeeldovereenkomsten publiceren. Het gaat om zo’n 40 modelovereenkomsten voor verschillende sectoren en daarnaast komen er enkele meer algemene overeenkomsten.
Wordt er strikt gewerkt volgens een dergelijke voorbeeldovereenkomst, dan heeft de opdrachtgever vooraf de zekerheid dat er geen loonheffing ingehouden en betaald hoeft te worden. Voor de opdrachtnemer geldt dat hij als zelfstandige niet verzekerd is voor de werknemersverzekeringen en dus geen uitkering krijgt als hij werkloos, ziek of arbeidsongeschikt wordt. Als vervolgens zou blijken dat de manier van werken niet volgens de overeenkomst verloopt, en dat er toch sprake is van een dienstbetrekking, dan moet de opdrachtgever alsnog loonheffingen inhouden en betalen. De opdrachtnemer is in dat geval wel verzekerd voor de werknemersverzekeringen.
Eigen overeenkomst
Kunnen of willen opdrachtgever en opdrachtnemer geen voorbeeldovereenkomst gebruiken, dan dient een eigen overeenkomst ter beoordeling aan de Belastingdienst voorgelegd te worden. Ook als er (nog) geen modelovereenkomst beschikbaar is die aansluit bij een opdracht, dan kan een nieuw opgestelde overeenkomst aan de Belastingdienst voorgelegd worden.
Met het oog op afschaffing van de VAR neemt de Belastingdienst op dit moment geen VAR- aanvragen meer in behandeling.